Fietsafstelling:
Nek- en schouderklachten treden op als de afstand van zadel naar stuur te kort is en/of het hoogteverschil tussen deze twee te groot is. De fietser rijdt dan met een kattenrug en het kost extra inspanning om zijn blik naar voren gericht te houden.
Wanneer de afstand van zadel naar stuur te lang is en de zit te gerekt kan dat ook schouder- en nekklachten oproepen als gevolg van toenemende spierspanning in de nekextensoren.
Regelmatig wisselen van de positie van de handen op het stuur kan nekpijn voorkomen. Daarom is voor het fietsen van lange afstanden een racestuur doorgaans comfortabeler omdat men meer keuze heeft waar de handen worden geplaatst.
Een te breed stuur kan tot gevolg hebben dat men als het ware gaat doorzakken in de schouderbladen wat op den duur een vervelende pijn kan veroorzaken De stuurbreedte moet corresponderen met de schouderbreedte.
Fysieke oorzaken:
Fysieke asymmetrie heeft nekklachten tot gevolg. In het bijzonder wijzen we hier ook nog op armlengteverschil. Bij het onderzoek onder de 100 fietsers had maar liefs 81% armlengteverschil (Stevens 1998). Door de remgrepen op verschillende hoogte te plaatsen en het stuurlint aan een kant extra op te vullen kan men een armlengteverschil deels compenseren.
Fietsers met een scoliose (zijwaartse verkromming van de ruggegraad) hebben bijna zonder uitzondering last van nek- en/of schouderklachten bij een vooroverliggende romphouding op de fiets. Medische behandeling kan hier mogelijk een oplossing bieden.
De meting berekent de ‘ideale’ fiets- en afstellingsmaten. Dit moet altijd gezien worden als een goede richtlijn, en niet als 100% verplichting!
Het computerprogramma produceert een CAD-tekening die als basis dient voor het eventueel bepalen van de maat, en/of het meest geschikte frame.