Fietsafstelling:
Lage rugklachten kunnen optreden als de afstand zadel/stuur tekort en/of het hoogteverschil van zadel en stuur te groot is. In de praktijk wordt bij klachten in de lage rug meestal een kortere stuurpen gemonteerd. Bikefitting.com’s ervaring wijst uit dat de meeste fietsers met lage rugpijn geholpen zijn met een relatief lange “zit” van het bovenlichaam, gecombineerd met een gering of geen verschil in hoogte van zadel en stuur. Hierdoor kan de ruggenwervel als het ware kunnen uitstrekken en worden de tussenwervelschijven ontlast.
Als de zadelpunt (zadel tilt) omhoog staat wordt het bekken als het ware achterover gekanteld met als gevolg dat de lage rug extra bol komt te staan met als gevolg toenemende spanning op de (statische) lage rugspieren. In principe moet het zadeldek horizontaal staan.
Controleer ook regelmatig of het zadel, daar waar de zitbeenderen contact maken, nog recht is. Vaak worden zadels “scheef getrapt” omdat de fietser niet recht op de fiets zitten. Ook als gevolg van een val kan het zadel uit het lood raken. Bij een scheef zadel is de enige remedie vernieuwen!
Fysieke oorzaken:
Elke vorm van asymmetrie, hoe weinig dan ook, leidt tot lage rugklachten. Het is niet meer de vraag of deze fietsers klachten krijgen, maar wanneer en bij welke intensiteit.
Asymmetrie kan optreden als gevolg van beenlengteverschil. Uit onderzoek onder 100 fietsers (Stevens 1998) bleek dat er bij 46% van de fietser sprake was van beenlengteverschil. Het is aan te raden ook de kleinste beenlengte-verschillen te corrigeren (Petracic 1993). Beenlengteverschil kan gecorrigeerd worden met een extra zool in de schoen of door een verhoging van het schoenplaatje aan de buitenzijde van de schoenzool. Als regel kan men aanhouden dat een verschil in het onderbeen volledig gecorrigeerd moet worden en een verschil in het bovenbeen voor de helft. Opvallend is ook dat bij een beenlengteverschil het kortere been meestal zwaarder belast wordt. Een correctie door verschillende cranklengtes te monteren is uit den boze. Dit versterkt alleen maar de asymmetrie omdat het korte been als gevolg van de langere crank (grotere hefboom) nog zwaarder belast zal worden.
Asymmetrie als gevolg van bekkenscheefstand komt ook regelmatig voor en heeft hetzelfde effect op de fietsbeweging als bij een beenlengteverschil alleen het moet anders opgelost worden. Fysiotherapie kan hier de oplossing bieden.
Tenslotte controleer ook de stand van de voeten omdat een verschil in de stand van de enkel/voet kan leiden tot een “beenlengteverschil”. Orthopedische binnenzolen kunnen deze verschillen vaak oplossen.
Een onderzoek van Ekkelboom van de Erasmus Universiteit Rotterdam toonde aan dat naar schatting 70-80% van de mensen ooit serieus klachten krijgen van de lage rug. Het sacro-iliacale (SI) gewricht speelt hierbij een belangrijke rol. Laat bij lage rugklachten dit gewricht controleren door de fysiotherapeut.
De meting berekent de ‘ideale’ fiets- en afstellingsmaten. Dit moet altijd gezien worden als een goede richtlijn, en niet als 100% verplichting!
Het computerprogramma produceert een CAD-tekening die als basis dient voor het eventueel bepalen van de maat, en/of het meest geschikte frame.